Jeugd op de fiets
Iedere dag fiets ik naar en van mijn werk, zo’n slordige acht kilometer per keer. Meestentijds over een fietspad dwars door het fraaie polderlandschap, maar ook een stukje dijkweg behoort tot mijn dagelijkse route, en een oversteek van een provinciale weg.In de donkere dagen van het jaar fietst een overgroot deel van mijn medefietsers met ondeugdelijk licht. Oftewel helemaal geen verlichting, of, zoals bij veel jeugdige scooterrijders het geval is, verlichting dat recht vooruit de tegenligger vol in het gezicht schijnt en dus verblind. Ook fietst de schoolgaande jeugd graag met grote groepen samen naar school. Niks mis mee, maar ik wil ook graag over het fietspad naar mijn werk in plaats van via de naastgelegen berm omdat ze me daar induwen.
Ik zie ook niet in wat de lol is van het slopen onderweg. Zo worden vuilnisbakken die langs de weg staan in afwachting van de vuilniswagen onderuit getrapt waardoor de inhoud over straat komt te liggen. Ook schijnt het een sport te zijn van groepjes fietsers om de enkele schoolgaande fietser te bedreigen of van de fiets af te duwen als een soort machtsvertoon.
En dan ook nog....
In deze tijd van het jaar heb je als weggebruiker gelukkig minder last van een ander fietsfenomeen, de wielrenner. Die komen met het stijgen van de temperaturen in het voorjaar weer naar buiten. Zij wanen zich helemaal heer en meester van de vaderlandse wegen, ongeacht wat voor weg het dan ook betreft. Verwachten ook dat iedereen voor ze aan de kant gaat, en proberen dat vaak met roepen en schelden af te dwingen.Veilig op de fiets gaat dus vaak geenszins op, en je vraagt je af of fietsen, behoudens dat de beweging goed is voor je fysieke gesteldheid, echt wel zo goed voor een mens is in de egocentrische en harde samenleving van vandaag.